De bouw van de nieuwe Friesenbrücke op de spoorlijn Groningen-Leer zou weleens veel langer kunnen gaan duren dan gepland. Ook de kosten zouden flink hoger kunnen uitvallen. Dat blijkt uit een intern rapport van de Bundesrechnungshof, de Duitse rekenkamer.
De Friesenbrücke over de Eems bij Weener werd in 2015 door een schip geramd, waardoor treinverkeer tussen Groningen en Leer sindsdien niet meer mogelijk is. Voor de geplande snelle treinverbinding tussen Groningen en Bremen is de brug echter onmisbaar. Naast de spoorlijn is de Friesenbrücke ook een belangrijke verbinding voor fietsers en voetgangers tussen het Rheiderland en Westoverledingen. Fietsers en voetgangers moeten tegenwoordig een flinke omweg nemen.
Interne schattingen
Volgens interne schattingen van Deutsche Bahn (DB Netz AG) zouden de kosten van de geplande nieuwe draaibrug op 96 miljoen euro uit kunnen komen, ruim 30 miljoen euro meer dan gepland. De brug zou bovendien pas tegen het jaar 2030 in gebruik kunnen worden genomen, terwijl oorspronkelijk uit was gegaan van opening in 2024.
In het interne rapport wordt flinke kritiek op de bouwplannen van de spoorbrug geuit. De politiek en de betrokken Duitse Landkreisen hadden plannen gemaakt voor een draaibrug, zodat de cruiseschepen van de Meyer Werft op een eenvoudige manier zouden kunnen passeren. De mogelijkheid om de bestaande basculebrug te herstellen werd daarom verworpen.
Noodzaak
De Bundesrechnungshof werpt nu de vraag op in hoeverre de dure en complexe bouw van een draaibrug ‘vanuit verkeerstechnisch oogpunt noodzakelijk en economisch verantwoord’ is. Het ministerie van Verkeer is daarom gevraagd het project ‘op basis van de huidige ontwikkelingen’ opnieuw te beoordelen.
