Het aantal grenspendelaars dat (buiten coronatijden om) vanuit Duitsland naar Nederland reist voor het werk is bijna vijf keer zo hoog als het aantal pendelaars dat de omgekeerde reis maakt. De Duitse gemeente Laar, dat aan het Nederlandse Coevorden grenst, spant de kroon: ruim 14 procent van de inwoners van die gemeente werkt in het buurland.
Dat blijkt uit onderzoek van het CBS en de statistiekbureaus uit Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen. In 2018 staken dagelijks bijna 43.000 inwoners van Duitsland de grens over naar hun werk in Nederland. Andersom gingen iets meer dan 9.000 mensen per dag naar hun werk in de Duitse deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen, terwijl ze in Nederland woonden.
Wat opvalt is dat de grenspendelaars die in Nederland werken vooral in relatief kleine plattelandsgemeenten in Duitsland wonen. De pendelaars hebben vaak de Nederlandse nationaliteit. Volgens het CBS gaat het veelal om Nederlanders die net over de grens in Duitsland zijn gaan wonen en in Nederland zijn blijven werken.
In totaal zijn er vijf Duitse gemeenten waarvan meer dan tien procent van de inwoners van vijftien jaar en ouder in het buurland werkt. Onder meer in de Grafschaft Bentheim, waar ook koploper Laar deel van uitmaakt, wonen veel pendelaars. Dat is geografisch gezien niet verwonderlijk, want het westen van die Duitse bestuursregio wordt volledig omsloten door Nederland.
Alle cijfers zijn terug te vinden in het open grensdataportaal op opendata.grensdata.eu. Dit dataportaal is mede door financiële steun vanuit het EU-subsidieprogramma INTERREG tot stand gekomen.
