Selecteer een pagina

De detailhandel en horeca in kleine steden in de grensregio hebben het momenteel zwaar door de coronacrisis. Maar ook online shoppen, de mate van bevolkingsgroei en de ligging van steden hebben duidelijk invloed op de vitaliteit van stadscentra. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) proberen nu in kaart te brengen hoe binnensteden in de regio aantrekkelijker kunnen worden gemaakt en hoe de samenwerking tussen Duitse en Nederlandse steden bevorderd kan worden.

In het onderzoek, dat in opdracht van de Eems Dollard Regio (EDR) wordt uitgevoerd binnen de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG, worden aan Nederlandse zijde de binnensteden van Emmen, Winschoten, Coevorden en Hardenberg onder de loep genomen; aan Duitse zijde worden de binnensteden van Papenburg, Leer, Lingen, Meppen en Nordhorn onderzocht. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Niedersächsische Staatskanzlei, de deelnemende steden en de EDR, de organisatie die grensoverschrijdende samenwerking in de noordelijke Duits-Nederlandse grensregio ondersteunt.

Andere opbouw in Duitse en Nederlandse steden
Een verschil tussen de Duitse steden en de Nederlandse steden dat direct duidelijk wordt, is dat de steden op een andere manier zijn ingericht. In de Duitse binnensteden is relatief weinig ruimte voor grootschalige detailhandel, met als gevolg dat buiten de stadscentra grote supermarkten of winkelcentra zijn gebouwd. Het Emspark in Leer, dat doorgaans veel Nederlands winkelpubliek trekt, is daar een goed voorbeeld van. De kleinere winkels in de binnenstad kunnen moeilijk met deze grote ketens concurreren, waardoor leegstand in de binnenstad dreigt.

In steden zoals Winschoten, Emmen en Coevorden is het beeld anders. In die plaatsen is van grote winkelcentra zoals het Leeraner Emspark geen sprake, maar volgens de onderzoekers vormt het winkelaanbod in grotere steden, zoals Groningen, een gevaar voor de detailhandel in de kleinere steden. Het lijkt erop dat kleine steden iets ‘unieks’ moeten bieden om winkelend publiek naar de binnenstad te trekken.

Grenzeloos van elkaar leren
In de eerste fase van het RUG-onderzoek brengen de onderzoekers met behulp van een vragenlijst in kaart wat de huidige situatie in de stadscentra van de grenssteden is. Vragen als ‘Wat voor soort winkels zijn er te vinden?’ en ‘Waar komen bezoekers vandaan?’ passeren hier de revue. In de komende maanden gaan de onderzoekers de ‘binnenstedelijke problemen’ van de grenssteden in kaart brengen en op zoek naar oplossingen voor deze problemen. In het laatste deel van het onderzoek wordt gekeken op welke manier de deelnemende steden van elkaar kunnen leren en op welke manier ze kunnen samenwerken om de binnensteden aantrekkelijk te houden.

Daarmee komt ook het einddoel van het project in zicht: het (opnieuw) aantrekkelijk maken van de binnensteden en het bevorderen van de detailhandel in de grenssteden. Samenwerking tussen de steden is daarbij essentieel. De EDR hoopt met de resultaten van het onderzoek vooral te bereiken dat de grenssteden elkaar beter leren kennen. Op die manier kunnen ze van elkaar leren en samen aan oplossingen voor problemen werken.

Meer weten over dit project? Neem dan contact op met Wiebke Bos van de EDR. Dat kan telefonisch via 0597 206 002 of per e-mail naar wiebke.bos@edr.eu.