Selecteer een pagina

FC Groningen-aanvaller Arjen Robben is weer fit en speelde afgelopen weekend in de verloren wedstrijd tegen Sparta Rotterdam (1-2) nog een half uur mee. Maar uitgerekend aankomend weekend, wanneer de Groningers het opnemen tegen FC Emmen, zou hij weleens kunnen ontbreken. Niet omdat Robben geblesseerd is, maar omdat het duel in stadion ‘De Oude Meerdijk’ op kunstgras wordt gespeeld. En dat bevalt de oud-speler van Bayern München en het Nederlands elftal allerminst.

Robben laat aan het AD weten niks te hebben met kunstgras: ‘Ik heb er sowieso een hekel aan. Ik vind het ook niet kunnen in de Eredivisie, laat dat duidelijk zijn. Het kan niet zo zijn dat drie clubs op kunstgras spelen. Dit hoort niet. Voetballen doe je op gras. Punt.’ De blessuregevoelige Robben laat daarnaast weten dat hij met FC Groningen afspraken heeft gemaakt over het spelen op kunstgras: ‘In het begin van het seizoen besloten we om wedstrijden op kunstgras over te slaan.’

Toch sluit Robben niet uit tegen dat hij tegen FC Emmen nog enkele speelminuten maakt. Er staat voor de Groningers namelijk veel op het spel. Bij winst zijn ze vrijwel zeker van deelname aan de play-offs om Europees voetbal. De Emmenaren zullen bovendien uiterst gemotiveerd zijn een resultaat te boeken, want zij kunnen zich uit de gevarenzone van de Eredivisie spelen.

Minder blessures en voetbalsfeer
Het spelen op kunstgras is al jarenlang een thema in Nederland. Veel spelers hebben een voorkeur voor het spelen op echt gras. Het spelen op echt gras zou ervoor zorgen dat minder spelers geblesseerd raken. Voetbalsupporters roemen natuurgras om de authenticiteit: de geur van gras en de groene grasvegen op de voetbaltenues zijn voor hen onlosmakelijk met het voetbal verbonden.

Nog niet heel lang geleden stapten clubs uit de Eerste Divisie en de Eredivisie over van natuurgras naar kunstgras. Maar, mede door een financiële tegemoetkoming vanuit de KNVB, maakten afgelopen zomer met VVV-Venlo, ADO Den Haag, RKC Waalwijk en PEC Zwolle juist vier Eredivisieclubs de overstap van kunstgras naar natuurgras. Daardoor zijn er met FC Emmen, Heracles Almelo en Sparta Rotterdam nog slechts drie ‘kunstgrasclubs’ over in de Eredivisie. Echt gras wordt weer de norm in het profvoetbal.

‘Kappen met kunstgras’
In augustus 2017 werd in het AD een pamflet met de titel ‘Kappen met kunstgras’ gepubliceerd. Naast Arjen Robben steunden onder meer oud-topspelers als Ruud Gullit, Wesley Sneijder en Mark van Bommel de campagne. Als argumenten tegen kunstgras werd onder meer genoemd dat in alle topcompetities op natuurgras gespeeld wordt, het overgrote deel van het voetbalpubliek tegen kunstgras is en kunstgras slecht zou zijn voor het imago van het voetbal. Ook zou kunstgras daadwerkelijk voor een verandering van het spel zorgen en competitievervalsing in de hand werken.

Oud-directeur van de Eredivisie CV Mattijs Manders laat weten dat ook volgens hem het experiment met het kunstgras is mislukt. ‘Internationaal heeft het geen draagvlak, op geen enkel toernooi en in geen enkele topcompetitie wordt erop gespeeld’, aldus Manders in het AD. Ook in Duitsland is dat het geval. In het buurland mogen clubs uit de drie hoogste profcompetities niet op kunstgras spelen.

De afkeer van kunstgras in het profvoetbal wordt in Nederland steeds groter. Zo wil ook Sparta Rotterdam vanaf 2022 weer op natuurgras spelen en ook FC Emmen heeft plannen om de kunstgrasmat weer door echt gras te vervangen. Ook in de Eerste Divisie, waar momenteel nog elf van de 20 teams op kunstgras spelen, is een kentering gaande. Zo zijn Almere City FC en FC Dordrecht weer overgestapt op natuurgras en ook Roda JC en FC Volendam zijn dit van plan.

Kunstgrastoerisme
In het Nederlandse amateurvoetbal blijft het kunstgras voorlopig nog een belangrijke rol spelen. Als een kunstgrasveld er eenmaal ligt, zijn de onderhoudskosten lager dan bij een natuurgrasveld. Het grootste voordeel is daarnaast dat het veld ook in de winter bespeeld kan worden. Dat bleef de afgelopen jaren niet onopgemerkt bij onze oosterburen. Vanuit de Duitse regio Oost-Friesland leidde dat in de afgelopen tien jaar zelfs tot zogenaamd ‘kunstgrastoerisme’. Duitse amateurteams kwamen de grens over om bijvoorbeeld op de kunstgrasvelden van NEC Delfzijl hun trainingen en soms zelfs wedstrijden af te werken.

Lees ook: Kunstgrastoerisme: Hoe Delfzijl het ‘Eldorado’ voor Duitse voetballers werd