Selecteer een pagina

Maandagnacht beefde de grond onder de provincie Groningen flink. Rond 1.46 uur werd bij Garrelsweer een aardbeving met een kracht van 3,2 op de schaal van Richter gemeten. Het is de op vier na zwaarste beving ooit gemeten in de provincie Groningen.

Bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) zijn tot dinsdagmiddag 16.00 uur 204 nieuwe schademeldingen binnengekomen. Er werden acht meldingen van een acuut onveilige situatie gedaan. In hoeverre de nieuwe meldingen met de aardbeving te maken hebben, is onbekend. In het gebied rond Garrelsweer worden dagelijks zo’n tachtig meldingen gedaan.

De beving is tot in de wijde omtrek, waaronder in de stad Groningen, gevoeld. Aardbevingen komen in de provincie Groningen vaker door als gevolg van de gaswinning. Om die reden moet de gaswinning in 2022 stoppen. Hoewel de afgelopen jaren al minder gas wordt gewonnen uit het Groningenveld, komen bevingen nog regelmatig voor.

Slechts vier keer was een beving zwaarder
De beving van afgelopen nacht komt in de top vijf zwaarste bevingen. De zwaarste aardbeving in Groningen dateert nog altijd van 16 augustus 2012. Toen beefde de bodem bij Huizinge met 3,6 op de schaal van Richter. Een beving van 3,5 op de schaal van Richter in Westeremden (8 augustus 2006) staat op plek twee. In Zeerijp (8 januari 2018) en Westerwijtwerd (22 mei 2019) werden bevingen met een kracht van 3,4 gemeten.

De huidige beving met een kracht van 3,2 komt op plaats vijf, dat het deelt met Loppersum (30 oktober 2008) en Zandeweer (7 februari 2013). In Garrelsweer werd op 27 juni 2011 ook al eens een aardbeving van 3,2 op de schaal van Richter gemeten.

Waarom richten de bevingen in Groningen zoveel schade aan?
Veel gebouwen in het aardbevingsgebied zijn in de loop der jaren beschadigd geraakt door aardbevingen. Sommige woningen werden zelfs onbewoonbaar verklaard. De bevingen in Groningen richten relatief veel schade aan, omdat de bevingen ten gevolge van de gaswinning slechts op ongeveer 3 kilometer diepte plaatsvinden. Dat is anders dan bij natuurlijke (ofwel tectonische) aardbevingen. Die vinden doorgaans veel dieper plaats en richten daardoor minder schade aan op het aardoppervlak.